Zijn snacks slecht voor mijn kat met blaasproblemen?
Valerie, onze dierenarts bij PharmaPets, geeft elke week een inkijk tijdens haar consultatie.
“Rico speelt graag met zijn strategiespel en daar horen snoepjes bij. Moet ik nu speciale snoepjes geven aangezien hij blaasgruis heeft?”


Advies: snacks met een laag zoutgehalte bij blaasproblemen.
Af en toe een tussendoortje voor je kat is zeker geen probleem maar hou het zo beperkt mogelijk. Snacks en tussendoortjes kunnen de zuurtegraad van de urine namelijk negatief beïnvloeden. Geef ook liefst de juiste snack als tussendoortje door te letten op het specifieke dieet van je kat.
Let er bijvoorbeeld op dat snacks niet te veel zout bevatten. Dit is niet gezond voor de urinewegen van je huisdier. Door de hoeveelheid dierlijke eiwitten te beperken kan je de snacks ook mager houden. Daarom koop je snacks best bij een gespecialiseerde dierenwinkel en geef je liefst niet zomaar elke snack.
Gebruik: maximaal 10% van de dagelijkse hoeveelheid voedsel.
De aangeraden hoeveelheid snacks is ongeveer 10% van de dagelijkse voedingsbehoefte van je kat. Heeft je viervoeter eens wat meer gegeten, dan pas je best de hoeveelheid van de maaltijden aan. Bij blaasproblemen is het echter belangrijk dat je kat vooral haar speciaalvoeding krijgt. De ingrediënten helpen namelijk om haar urinewegproblemen te genezen.
Onzeker over je keuze?
Het kan zijn dat je niet helemaal zeker bent of je kat een bepaalde snack of beloning mag krijgen. Twijfel je? Neem dan gerust contact op met onze dierenarts voor meer info. Dat kan via mail, chat of videochat.
3 gezonde snacks om je kat mee te belonen:
Wetenschappelijke info over urinewegproblemen.
Blaasgruis en/of blaasstenen zijn veelvoorkomende oorzaken van urinewegproblemen bij katten. Verschillende factoren kunnen ervoor zorgen dat je kat hiermee te maken krijgt, zoals genetische aanleg, ongeschikte voeding, en blaasinfecties. Symptomen kunnen zijn: moeite met plassen, pijn bij het plassen, bloed in de urine, en het maken van kleine, frequente plasjes. Bij katten komen struviet- en calciumoxalaatkristallen het vaakst voor. Uraat- en cystinekristallen komen voor bij bepaalde rassen die hier gevoeliger voor zijn.









