Hoe weet je hoeveel water je paard nodig heeft?
De waterbehoefte van een paard is veel groter dan die van een mens.
Een paard moet tussen de 20 en 40 liter water per dag drinken, soms meer. Zijn behoefte varieert afhankelijk van zijn dieet, het werk dat hij doet en de buitentemperatuur.
Om ervoor te zorgen dat je paard goed gehydrateerd is en om zijn gezondheid en welzijn op peil te houden, moet hij zoveel kunnen drinken als hij wil, of zo weinig als hij wil. In bepaalde omstandigheden is het beter om zijn dorst te lessen om zijn spijsverteringsstelsel te beschermen.
De gouden regels om ervoor te zorgen dat je paard goed gehydrateerd is.
Langzaam.
Na een zware inspanning, laat je paard niet in één keer grote hoeveelheden water drinken. Geef hem een paar slokjes, zadel hem af, en wrijf hem droog om "tijd te winnen". Laat hem daarna naar believen drinken. In de buitenlucht, tijdens lange etappes van een trektocht, is het ideaal om de paarden vaak in kleine hoeveelheden te laten drinken. In de praktijk blijkt dit vaak moeilijk. Als je na een lange wandeling bij een waterpunt aankomt, laat je paard dan niet in één keer meerdere liters water drinken. Handel geleidelijk in plaats van hem onbeperkt te laten drinken.
Kamertemperatuur.
Als het erg warm is, kan te koud water de maag van je paard "aanvallen": het temperatuurverschil veroorzaakt een plotselinge samentrekking van de weefsels en organen, wat kan leiden tot spijsverteringsreacties zoals koliek. Zorg ervoor dat je paard water op kamertemperatuur heeft.
Weiland en stal. Maak het onderscheid.
Het paard dat op de wei staat, graast de hele dag door. Omdat gras veel water bevat, neemt het paard een groot deel van zijn vochtbehoefte op tijdens het eten. Wilde paarden drinken daarom niet vaak. Ze gaan twee tot drie keer per dag (soms maar één keer) naar een waterbron en drinken dan uitgebreid. Aan de andere kant krijgt een paard dat in een stal leeft voornamelijk droog voedsel zoals stro, hooi, granen of complete voeding. Dit paard moet het gebrek aan vocht compenseren door regelmatig te drinken. Als het niet genoeg drinkt, wordt het voedsel in de maag te droog en kan de darmtransit vertragen of zelfs blokkeren, wat kan leiden tot een koliekaanval.
Propere drinkbak.
In de stal kunnen de wateremmer of de automatische drinkbak door mest vuil worden. Als het water door het paard is bevuild, maak dan het reservoir zeer grondig schoon met een schone en heldere spons. Soms is het mogelijk om ook op de wei een automatische drinkbak te installeren. Het is ook belangrijk om deze dagelijks te controleren en schoon te maken. In de winter bestaat het risico dat de leidingen bevriezen. Zorg voor een alternatieve waterbron, zoals een grote gemeenschappelijke drinkbak met veel water. Zo'n drinkbak raakt echter snel vervuild. Verwijder eventuele vuildeeltjes twee keer per dag en vervang het water elke drie tot vier dagen. Maak regelmatig de drinkbak grondig schoon om algen en kleine planten die zich op de wanden ontwikkelen, te verwijderen. In de winter, als het bevriest, breek dan het ijs en verwijder de stukken; zo zal het minder snel weer aangroeien. Een bal op het wateroppervlak kan het vormingsproces van ijs vertragen.


Wat zijn de alternatieven voor een drinkbak?
Als er geen drinkbak beschikbaar is, kun je een eenvoudige plastic emmer gebruiken. Let op dat er geen handvat aan zit waar het paard zijn voet in kan steken. Om de emmer stabiel te houden, plaats je deze in het midden van een band.


